Sunday 7 December 2014

Bijzondere wijnmakers uit Emilia Romagna - De familie Paltrinieri: Lambrusco en filosofie


Woensdag 26 november 2014, de Povallei – rechthoekige stukken vlak land en novemberweer: heiig natte, zeegroene velden en bruingrijze bomen die uit de mist komen opdoemen.
Niets doet denken aan de poezie van een goed glas wijn, en veel doet er naar verlangen.
Twee bakstenen pilaren met een wijd openstaande gietijzeren poort aan het grintpad naar de wijnkelder en de wijngaarden. Langs het pad naast het woonhuis staan kinderspeeltjes opgesteld.
De wijnstokken staan er schijnbaar verloren bij: in de maanden na de oogst, zonder druiventrossen, wachten de planten eerst op de kille vochtige winter voordat ze weer met hun kostbare vracht kunnen gaan pronken.
Aan de andere kant van de grintweg staat de woning van de familie, een 19e eeuws landhuis van twee verdiepingen hoog met dikke muren. Beneden woont de moeder van Alberto, het jonge gezin daarboven.

In de wijnkelder


De wijnkelder is een laag, rechthoekig gebouw met kleine stalraampjes, tegenover de woning. Een grote houten, kromgetrokken staldeur geeft toegang.
De staldeur gaat moeizaam open en Barbara, een jonge vrouw met een korte gestalte, dik ingepakt in wollen trui en de muts van haar dochter Bianca, loopt me tegemoet. Ze kijkt onbevangen omhoog als ze me begroet en uitnodigt naar binnen.
Daar staan her en der flessen langs de muren, en aan de andere kant een rij grote stenen cementen containers en met daartussen ingeklemd een kantoortje.
Haar man Alberto, niet lang, gespierd, met een breed, vierkant gezicht komt er ook bij. Hij geeft een stevige hand, bukt zich ter begroeting licht naar me toe met een indringende blik. Hij heeft de woordkeus van een academicus, maar spreekt met het typische accent van deze streek.
Alberto was bezig op zijn heftruck om pallets en werkmateriaal uit te laden uit een vrachtwagen die voor de wijnkelder geparkeerd staat, muts op, behendig manoeuvrerend. Straks, voor het helemaal donker wordt, moet hij nog een aantal vaten overpompen als deel van het zuiveringsproces van de wijnen voor volgend jaar.
Ze hebben het dus druk, maar maken graag een beetje tijd vrij om over hun werk en hun wijnen te praten. En er is al zoveel gepraat de afgelopen weken, want ze hebben deelgenomen aan een serie kleine wijnbeurzen. Alberto brengt dan lange dagen buitenshuis door, terwijl Barbara zorgt voor administratie, correspondentie en een oogje op de kinderen houdt.
Ze hebben drie opgroeiende kinderen: Cecilia en Giovanni die allebei op het ‘liceo linguistico’ zitten, en Bianca, een nakomertje van vijf. De moeder van Alberto, “la nonna”, helpt mee, kookt voor de familie (haar “gnocchi fritti” zijn ongeëvenaard), en past op de kinderen.
Naast het drukke bestaan van een jong gezin en het werk dat nooit ophoudt, vinden Barbara en Alberto tijd voor een ruime vriendenkring. De grote eettafel is in het weekeinde de plaats om daar ruimte aan te bieden. Alberto heeft een open karakter en bindt zich snel aan mensen, is oprecht geinteresseerd. Hij is geen grote prater, maar zijn woorden zijn direct en gemeend. Barbara is gretig met haar woorden en met haar lach.

Landbouwkunde en filosofie
Barbara en Alberto hebben elkaar in het nabije Bologna leren kennen in hun studententijd. Barbara studeerde filosofie, Alberto landbouwkunde. Een van de leslokalen van haar faculteit lag juist boven de bar waar de landbouwstudenten gewoonlijk bijeenkwamen voor hun espresso, zodoende.
In 1997 zijn ze getrouwd. Op huwelijksreis in de Verenigde Staten konden ze niet nalaten om ook in Napa Valley langs te gaan en te zien hoe de wijnbouw hier wetenschappelijk en systematisch wordt aangepakt. De landbouw zat hun beiden al van jongs af in het bloed…

Barbara kwam in de buurt van Cesena op de wereld als oudste dochter in een boerengezin dat aardbeien, perziken en bonen verbouwde. Met twee kleinere broertjes onder haar hoede kreeg ze al jong te horen dat er aangepakt moest worden. Haar ouders, niet rijk, hadden haar toch aangemoedigd om te gaan studeren en op de middelbare had een lerares haar een voorliefde voor de filosofie bijgebracht.  Als net aangekomen studente had zij uitgekeken naar de zorgenloosheid van het studentenbestaan en was een vaste vriend het laatste waarnaar ze op zoek was. Het lot besliste anders: “Als het zo moet zijn dan moet het zo zijn: il destino”!

Alberto groeide op als de kleinzoon van Achille Paltrinieri, de dorpsapotheker van Sorbara die uit passie in het begin van de vorige eeuw een wijnkelder inrichtte en wijn begon te maken. De vader van Alberto, Gianfranco, breidde de kelder uit en installeerde grotere vaten en meer professionele instrumenten.
Voor Alberto was het na zijn afstuderen nog geen uitgemaakte zaak dat hij de wijnmakerij zou voortzetten. Eerst liep hij een jaar of twee met zijn vader Gianfranco Paltrinieri mee en stak zijn licht op bij andere wijnboeren in de omgeving, om te zien of zijn hart werkelijk hier lag. En dat lag het.
Toch was het geen gemakkelijke keuze. Wijn verbouwen is een familiezaak, dat doe je niet in je eentje. Het is een vaak eenzaam beroep, met talloze onzekerheden, dat kan je alleen doen als het hele gezin, en vooral natuurlijk je partner, mee is.
Barbara was een jaar voor Alberto afgestudeerd en had haar zinnen gezet op een loopbaan in het onderwijs. De gezamenlijke beslissing om het wijnbedrijf voort te zetten betekende een voortijdig eind aan haar plannen.
Gianfranco, een vriendelijke, zwijgzame man, toonde moed en inzicht door het roer van toen af aan helemaal aan Alberto over te laten, en droeg, tot aan zijn dood een paar jaar geleden, zijn steentje verder bij buiten in de wijngaarden, waar zijn hart lag.

Barbara heeft er geen spijt van dat ze haar loopbaan in het onderwijs heeft ingeruild voor een leven als “wijnboerin”, al is het werk soms hard en tijdrovend. Haar grootste genoegdoening is om te zien dat hun wijnen door een steeds kring van trouwe klanten worden gewaardeerd. Een groot deel van hun afzet is aan particulieren die aan huis komen om hun doosjes van zes flessen kopen, en dan vaak hun waardering niet onder stoelen of banken steken.
Hoe kijkt Barbara aan tegen de rol van de vrouw in een hedendaags landbouwbedrijf?
“Ik heb natuurlijk als kind mijn eigen moeder voor ogen gehad. Zij was een opgewekte vrouw die haar aandeel had in het gezin en in het bedrijf, meer begrepen als gelijkwaardig partner en compagnon dan als ondersteuning voor haar man.” Zo vat ze zelf ook haar aandeel op, het onderscheid tussen man en vrouw is niet relevant. De nadruk die in de media vaak wordt gegeven aan de bijzondere rol van vrouwen in zware beroepen is voor haar ook niet nodig en soms overdreven.
Het grootste deel van haar werkdag brengt Barbara in de wijnkelder door. In de oogsttijd helpt ze mee op het land, dat is het leukste werk. “Een heerlijk gevoel, als je een hele rij wijnstokken hebt afgewerkt, morgen nog drie rijen en dan is het klaar…”. Of het “kammen” van de planten in het voorjaar, waarbij de jonge scheuten allemaal in dezelfde richting worden gelegd voordat ze te sterk en hard worden, om vervolgens systematisch te kunnen worden afgeknipt. Leuk werk, in de lentezon in de velden.

Emilia en Romagna
Barbara en Alberto vertegenwoordigen ieder een gezicht van de regio Emilia Romagna waar ze gevestigd zijn. De regio bestaat eigenlijk uit twee onderscheiden gebieden ieder met een heel eigen aard en geschiedenis. Aan de ene kant Romagna, waar Barbara vandaan komt, tegen de Adriatische kust aangelegen met goed geventileerd zeeklimaat en een open, rondborstige volksaard.
Daarnaast, verder landinwaarts, het Emilia van Alberto, zo genoemd naar de oude Romeinse Via Emilia die het doorkruist, in de Povallei gelegen en tegen de Apennijnen ingeklemd. Emilia heeft een vochtig klimaat met vaak benauwde zomers, de mensen staan er van oudsher om bekend stugger en geslotener te zijn.
De twee gebieden hebben ook veel gemeen, behalve dat ze samen een regio vormen: er wordt overal hard gewerkt, de mensen zijn trots op hun producten en hun vakwerk. En niet te vergeten: goed eten en goed drinken is heilig voor iedereen…

Il Cristo
Het landgoed van de Paltrinieri’s bevindt zich in het hart van het wijngebied van de Lambrusco di Sorbara. Dit gedeelte is een klein terroir van luttele hectaren dat genoemd is naar de “Cristo”, het kruisbeeld dat er al sinds eeuwen staat opgesteld bij de ingang van de plaatselijke osteria.
De grond, ingeklemd tussen de regelmatig uit hun oevers tredende riviertjes Secchia en Panaro, is ongewoon rijk en vruchtbaar, en geeft veel smaak en mineralen door aan de druiven.
Toen begin juli 2008 een hevige hagelbui bijna 80% van de oogst vernield had, hebben Alberto en Barbara in arren moede de wijnaanplant op stukken grond buiten de Cristo gehuurd en daarna strikt volgens eigen methoden en met veel inzet de planten verzorgd en behandeld tot aan de oogsttijd. De wijn die ze ervan maakten was goed genoeg, maar haalde het niet bij wijn die ze maakten van de 20% resterende druiven van eigen grond. Een beter bewijs voor de kwaliteit van het terroir van de Cristo is moeilijk denkbaar.

Enologen
Alberto heeft zijn afstudeerscriptie gewijd aan een tweejarig experiment waarin hij groepjes druiventrossen in de lentemaanden respectievelijk voor 25%, 50% en 75% uitdunde, om te zien hoe de kwaliteit van de wijn hierdoor zou worden beinvloed.
Het resultaat bleek dat de sterkst uitgedunde trossen inderdaad rijkere druiven opleverden met veel tannines en suikers, maar de wijn die ervan werd gemaakt had geen aansluiting meer met de traditie van de lambrusco die Sorbara. In de filosofie van Paltrinieri koos men daarom voor de gulden middenweg: een fijne balans tussen traditie en vooruitgang.
Paltrinieri werkt al sinds 2008 samen met twee enologen, Attilio Pagli en Leonardo Conti, die hun geweldig hebben geholpen om hun wijnen naar een hoger plan te brengen. Vreemd genoeg had geen van beiden enige voorgaande ervaring met de Lambrusco druif. Aanvankelijk waren ze daarom ook niet geneigd om op de uitnodiging tot samenwerking in te gaan. Pas na jaren van aandringen door Alberto gingen ze overstag. Nu komen ze bijna wekelijks even langs voor controles en werkbespreking.
De resultaten zijn boven alle verwachting. De bijdrage van Attilio en Leonardo is doorslaggevend geweest om de wijnen van Paltrinieri naar de top te brengen.
Zo is onder andere de intuitie om een “Lambrusco di Sorbara metodo classico” te maken van hun afkomstig.
Maar de nieuwe ideeen komen niet van de tekentafel, ze ontstaan bijna altijd gaandeweg als ad hoc oplossingen voor problemen die zich aandienen. Vorig jaar was er een overschot van 150 hectoliter waarvoor zich de vraag stelde wat er mee te doen. Attilio zei: “Laten we eens proberen om daar een spumante van te maken…”. Dat werd de Spumante Grosso, nu een vlaggeschip van Paltrinieri.
Barbara: “We doen altijd met wat we al in huis hebben, ze hebben ons nooit voorgesteld om speciale gisten te gebruiken of zo”.
Sinds kort werkt Paltrinieri samen met een nieuwe landbouwkundige uit Toscane waarvan ze veel verwachten.

We zijn bijna aan het einde van ons gesprek, in het kantoortje naast de cementen vaten.
Het is ook hier binnen kil, en we hebben onze jassen aangehouden. Onze adem komt er in wolkjes uit.
Bianca, de jongste dochter, komt binnengelopen. In haar handje heeft ze zelfgemaakte tekeningen die ze aan haar moeder wil laten zien. “Mamma, waarom heb je mijn muts op?”, vraagt ze. Barbara, heel even in verlegenheid gebracht, antwoordt dan snel: “Omdat ik net zo mooi als jou wil worden…”.

Il sogno nel cassetto
Dan komt mijn laatste vraag: wat wensen Barbara en Alberto in de toekomst voor hun wijnmakerij? Barbara heeft het antwoord paraat: “De beste Lambrusco di Sorbara ter wereld te maken.” Dat is natuurlijk minder onoverkomelijk dan het lijkt: Lambrusco di Sorbara wordt alleen in het gebied rondom het stadje Sorbara gemaakt door enkele tientallen wijnboeren en cooperatieven, en lang niet allemaal maken ze de wijn “in purezza”, dus zonder versnijding met andere druiven. Volgens veel kenners ís Paltrinieri dus al de beste. Hun “Leclisse” bijvoorbeeld kreeg herhaaldelijk 3 “glazen” in de gids van Gambero Rosso en werd al eens uitgeroepen tot beste Italiaanse wijn qua prijs-kwaliteitverhouding.
Dat is opmerkelijk, want de betere Lambrusco vecht tegen een hardnekkig vooroordeel. De goedkope, zoetige variant zoals die sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw massaal op de internationale markten verscheen, heeft voor Lambrusco een imago opgebouwd als “non-wijn”, “rode Coca Cola”, of ook wel “pizza wine”. Daar is pas de laatste jaren, met de opkomst van een aantal serieuze etiketten waar veel know-how in gestoken is, kentering in aan het ontstaan, ook internationaal. Lambrusco vindt gemakkelijk haar plaats in een moderne levensstijl: fris, nooit overdreven duur en gematigd alcoholisch.
Maar hun wijn hoeft van Alberto niet door iedereen op dezelfde waarde te worden ingeschat. Zij steken er al hun passie en persoonlijkheid in, waardoor hun wijnen een duidelijke identiteit hebben, herkenbaar zijn als wijnen van Paltrinieri. Als hun passie er maar uit spreekt, zegt Barbara: “We hebben nooit iets gemaakt zonder passie, zelfs onze kinderen niet!”, en lacht aanstekelijk…


Friday 21 November 2014

In memoriam Francesco Lambertini


We hebben afgelopen week met verdriet kennis genomen van het plotselinge overlijden van Francesco Lambertini, de geestelijke vader van een aantal uitzonderlijke wijnen geproduceerd in zijn bedrijf Tenuta Bonzara.

Zijn Bonzarone is een uitzonderlijke Cabernet Sauvignon die internationaal veel erkenning heeft gevonden.

Twee weken geleden nog kregen we op een proeverij die ik met vrienden organiseerde in Utrecht geweldig enthousiaste reacties ook op zijn Vigna Antica, een sublieme witte wijn van de autochtone Pignoletto-druif uit de Colli Bolognesi.

We kenden Francesco als een enorm vriendelijke en bescheiden man die met veel passie en toewijding zijn wijnen verbouwde. Daarnaast was hij werkzaam als docent aan de Universiteit van Bologna, maar hij gebruikte al zijn vrije tijd om aan zijn wijnen te werken. Hij was altijd graag bereid om over zijn wijn en zijn wijnbouw te vertellen.
Francesco hield van de tradities van de streek, gelegen in het centrum van de regio Emilia Romagna, en stond altijd op de bres voor de herwaardering van haar wijnen.

Monday 10 November 2014

Da Gustare 2013 - Bologna Foods c'era...!


Come si miscelano due culture gastronomiche apparentemente agli antipodi come quella italiana e quella olandese?
Semplice: non si miscelano, domina quella italiana!
Sabato scorso alla VOC-kade in Amsterdam si è tenuta la seconda edizione di Da Gustare, un’iniziativa di un gruppo di amici italiani e olandesi di Amsterdam amanti della buona cucina. Gente simpatica, con l’atteggiamento rilassato ma creativo che caratterizza questa cittá cosmopolita.

Nell’ambiente suggestivo dei vecchi magazzini portuali, palcoscenico che lascia tanto spazio alla creativitá, si sono semplicemente messi una trentina di grandi banchi su cui esporre prodotti gastronomici italiani tipici. Oltre alla varietá di prodotti di ogni genere offerti, nel margine della giornata si sono organizzate sessioni di assaggio di alcuni vini italiani scelti.
Bologna Foods è stato presente con un banco ben assortito di prodotti tipici della gastronomia emiliana: mentre si offriva agli ospiti un assaggio di Pignoletto, noto prodotto autoctono dei Colli Bolognesi, della casa vinicola di Tizzano, la mortadella di Pasquini & Brusiani (gentilmente offerta dalla Salumeria Simoni di Bologna) offriva un gradevole contrappunto insieme alle chiacchiere tradizionali emiliane della famiglia Carmonini.
Alla fine della giornata l’attenzione dei visitatori si è gradualmente spostata sui Cremini FIAT e sul ciocciolato di antichissime tradizione Scorza Majani.

E’ stato una bella occasione per noi di avere un feedback diretto da parte di consumatori e professionisti del settore alimentare olandesi. Oltre alla varietá di nuovi contatti che la giornata ci ha dato, è stato veramente un piacere ricevere tante conferme entusiaste sulla qualità del prodotto emiliano.

Gezocht: Nederlandse en Belgische importeurs voor héél speciale autochtone wijnen uit Emilia Romagna!


Het vooroordeel: Emilia Romagna produceert alleen goedkope massawijnen.

Het nieuwtje: in Emilia Romagna zijn er in de afgelopen vijftien jaar vele kleine wijnboeren opgestaan die met veel liefde en passie een aantal traditionele autochtone lokale druiven verbouwen en daar prachtige wijnen van maken.
Om er een paar te noemen: Gutturnio, Malvasia, Pagadebit, Pignoletto, etc. etc.

Op verzoek van een aantal van de betere wijnboeren ben ik op zoek naar importeurs in Nederland en België. Dat is niet makkelijk – het vooroordeel leeft sterk. Daarom zie ik er een missie in J!

Ik kan je helpen om direct contact te leggen, en kom graag langs met een paar proefflessen. Ik luister eerst goed naar je eigen wensen en interesses, en geef suggesties. Als je een bepaalde wijnmakerij wilt bezoeken begeleid ik je graag om te helpen met de introductie en vertaling, en ik kan ook van dienst blijven met correspondentie e.d.
De meeste van deze wijnboeren zijn commercieel niet veeleisend en al heel erg blij als er iemand is die aandacht aan hun bijzondere wijnen wil besteden.
Laat dus maar weten.

Eigenlijk zou elke wijnimporteur ook een paar wijnen uit Emilia Romagna in zijn assortiment moeten hebben…

Geinteresseerd?
Bel me op 06 17320327 of schrijf naar erik.kooijmans@bolognafoods.com.
Zie ook www.bolognafoods.com


Een interview met Erik Kooijmans in La Cucina Italiana (Nederlandse editie december 2014)


Saturday 8 November 2014

Bijzondere wijnmakers uit Emilia Romagna - La Cavaliera: de binaire wijnmaker


Met de auto vanuit Bologna naar Castelvetro rijdend kom ik langs steeds smallere wegen. Tien minuten later sla ik af naar links en rijd recht de heuvels in. Na vele bochten met spectaculaire uitzichten zakt de Povlakte geleidelijk onder me weg en kom ik op het laatste rechte stuk van Via Cavalliera. Daar staat een boerderij zoals je er hier zoveel aantreft: een groot bakstenen gebouw met een terracotta dak, een arcade aan de zijkant en een oude geschilderde zonnewijzer op de voorgevel, omgeven door kale velden en wijngaarden. De hemel is blauw maar al een beetje donker aan het worden op deze late oktoberdag, de lichtjes in de boerderij zijn al aan.

Het is de woning en de werkplek van Elena en Lorenzo Simoni en hun kinderen Federico van 9 en Caterina van 12. Elena is een stevige kortgebouwde vrouw met volle, blozende wangen die weet wat ze wil en altijd bezig is. Altijd met opgestroopte mouwen, altijd aan de slag. De boerderij, overgekregen van haar ouders die nu met pensioen zijn, huisvest een ‘agriturismo’, een bed & breakfast met trattoria om rustig een paar dagen in een landelijke omgeving te kunnen doorbrengen, goede boerenkost te eten en urenlange wandelingen door de weilanden en kastanjebossen te maken.
Ik spreek met haar man Lorenzo. Hij is lang, armen en benen altijd op zoek naar een natuurlijk rustpunt, een besliste neus met vriendelijke maar wakkere ogen eromheen. Hij en Elena hebben de taken verdeeld. Zij zorgt voor de keuken en de gasten, Lorenzo zorgt voor het landgoed en de wijnmakerij. Dochter Caterina zit haar huiswerk te maken aan een eenzaam tafeltje in de trattoria waar op dit uur nog geen gasten zijn – het is zes uur, en men gaat hier pas tegen een uur of half acht aan tafel.

Een jeugd op het land
Lorenzo zet me aan een witgelakte ijzeren tafel buiten op het terras, onder de druivenranken met een peerlamp als verlichting. Hij is geboren in Castelfranco Emilia, een klein dorpje gelegen in de laagvlakte onder Castelvetro langs de oude romeinse Via Emilia die Bologna met Modena verbindt. Zijn grootvader maakte zijn eigen wijn op de traditionele manier, zonder toevoegingen, met houten vaten, eenvoudige technieken: een ‘vino genuino’, eerlijk en zonder pretenties. Lorenzo noemt het ‘een wijn van de voorzienigheid’ – hij kwam er uit zoals hij er uit kwam. Als kleine jongen mocht Lorenzo zijn grootvader in de wijngaard en in de wijnkelder een handje helpen. Dat deed hij graag, hij was nieuwsgierig en zijn ‘nonno’ nam de tijd om hem de dingen rustig uit te leggen. Zijn vader had een appel- en een perenboomgaard. Leerde hem om naar de natuur te kijken, de planten en de vruchten te observeren alvorens te handelen, en alleen in te grijpen als het echt nodig was. Lorenzo was er door gefascineerd en niet uit de boerderij weg te slaan, anders dan zijn oudere broer die zich liever met motoren en motorcross bezighield.

Maar de interesse voor techniek was ook Lorenzo niet vreemd en al vroeg koos hij bewust voor een technische middelbare schoolopleiding.
Als 16-jarige scholier had Lorenzo zijn vriendengroepje waar hij zijn zaterdagavonden mee doorbracht in het dorpje waar verder niet veel vertier te vinden was. Toen zij zich aansloten bij een ander groep waar Elena deel van uitmaakte veranderde zijn leven. Elena en Lorenzo werden verliefd, verloofden zich en deelden met elkaar hun liefde voor het land waarop ze waren opgegroeid. Twee mensen zonder pretenties maar met een eindeloze goede wil om aan te pakken in het leven.

De wereld rond
Na zijn eindexamen vond Lorenzo een baan als service monteur voor een machinefabriek. Hij werd de hele wereld rond gestuurd, Azië, Midden Oosten, Zuid Amerika, bleef soms maanden achter elkaar van huis. Er was nog geen internet, dus belde hij Elena een paar keer per week vanuit telefooncabines om geld te besparen.
Electronica en software werden zijn vakgebied. Hij hield van de duidelijke technische probleemstellingen: als het niet werkte moest er een reden zijn, en het ging er maar om om die te vinden. Net zo lang zoeken, mogelijkheden uitsluiten, tot hij het had gevonden.
Een vast vertrouwen in logica, dat de oplossing er altijd zou zijn.

Net voor de eeuwwisseling zijn Lorenzo en Elena getrouwd. Van haar ouders kregen ze hun huis ter beschikking. Elena wierp zich op het huishouden en het opzetten van de gastenverblijven en de trattoria. Met haar moeder Luciana, van wie ze al als klein meisje het koken had geleerd, als vaste kracht in de keuken. Alle traditionele streekgerechten: crescentine met mortadella en andere vleeswaren, gemarineerde uien en olijven, en natuurlijk tagliatelle alla bolognese. Er zijn zoveel recepten voor de ‘ragù bolognese’ als er huishoudens zijn – elke huisvrouw heeft haar eigen methode, maar die van Luciana is de beste.
Terwijl Lorenzo van baan veranderde om iets meer thuis te kunnen zijn – hij werd aangenomen als softwareprogrammeur voor grondwerkmachines – kregen ze hun eerste kindje, Caterina. Zijn werkgever was blij met hem, conscientieus en nooit een probleem onopgelost latend.

Eigen wijn
Maar Lorenzo bleef geinteresseerd in de wijnbouw waar hij met zijn grootvader al zo door was geboeid. Rondom het huis stond de oude wijngaard van zijn schoonvader, vijf hectare groot.
Lorenzo ging in de avonduren en weekeinden bij bevriende wijnboeren in de leer.  Zag daar hoe je verschillende technieken kon toepassen, en hoe elke wijnboer zijn eigen benadering had, de een wat losser en intuitiver, de ander wetenschappelijker. Na enkele jaren was het tijd voor de eigen wijngaard. Aanvankelijk werd de opbrengst voornamelijk doorverkocht aan de cooperatieve ‘cantina sociale’ uit het dorp. Die vroeg om de Grasparossa druif, de basis voor de Lambrusco Grasparossa di Castelvetro waar de streek om bekend staat. Geen makkelijke druif om wijn van te maken, donker en stroef. De Lambrusco komt als droge frizzante wijn op de markt en combineert perfect met de zware boerengerechten, die horen bij de eeuwenoude culinaire traditie van de streek.

Een deel van de planten in de gaard werd geleidelijk aan vervangen, maar andere liet hij meer dan 35 jaar worden, heel oud voor de Grasparossa druif. Ook werden de planten verder van elkaar afgezet om ze meer grond te geven en daarmee meer toegang tot mineralen.
Lorenzo raakte gefascineerd door de methode van gisting op de fles zoals die op wijnen als champagne wordt toegepast, en vroeg zich af of die zich ook leende voor de Grasparossa. Experimenterend in de avonduren begon er na enkele jaren een meer dan goede wijn uit voort te komen.
Samen met een bevriende mechanicus ontwikkelde hij een eigen pneumatische machine voor de automatische dégorgement,  zonder bevriezing van het sediment. Een prachtige vondst – een fijn ingestelde machine die in een oogwenk met perfecte timing de fles van zijn bezinksel ontdoet. Het systeem werkte zo goed dat verschillende wijnboeren uit de regio nu bij hem kwamen aankloppen voor deze laatste bewerking van hun wijnen.

Ondertussen werd ook zijn zoon Federico geboren en begon de bed & breakfast goed te lopen, dankzij de goede reputatie van haar keuken en de vriendelijke gastvrijheid die de familie aan de gasten bood. Hierdoor had de familie een tweede inkomstenbron om de perfectionering van de wijnmakerij van Lorenzo mee te kunnen financieren.

Vroeg op
Vandaag de dag werkt Lorenzo door de week nog steeds voor zijn baas. Is nog altijd regelmatig voor zijn werk onderweg, maar nu voor kortere reisjes.
Twee weken geleden was hij nog in Nederland. Eerst wat software aanpassingen op een fabriek in Sittard, daarna door naar Tilburg. Hij kan goed overweg met zijn Nederlandse contacten, mannen van de praktijk die hem met open armen ontvangen als hij technisch advies komt geven. ‘Nederlanders zijn eigenlijk gewoon blonde Italianen’ zegt hij, ‘ze hebben dezelfde instelling om praktische oplossingen voor problemen te vinden, geven niet op totdat ze de oplossing hebben gevonden’. Het valt hem op dat er Nederlandse technici  vaak vragen om maximale veiligheidsvoorzieningen op hun installaties, en vervolgens willen weten hoe ze de veiligheidsprocedures kunnen omzeilen als het een keertje minder uitkomt.
De week van Lorenzo is een werkzame: elke dag al om een uur of half zes op de been in de wijnkelder of op het veld, om acht uur naar het werk tot een uur of zes ’s avonds, dan meteen aan de slag op de boerderij. Samen met zoontje Federico verricht hij dan onderhoud op de planten en etiketteren ze de flessen, dat is een werkje dat Federico graag doet.
De familie houdt ganzen, een parelhoen, eenden, kippen met kuikentjes, honden, konijnen en geiten, ze moeten allemaal gevoerd worden. De eieren en het vlees zijn voor gebruik in de trattoria.
Als er overdag, wanneer Lorenzo op zijn werk is, taken moeten worden uitgevoerd in de wijnkelder of op het land vervangt Elena hem waar nodig. En Lorenzo’s werkgever is de kwaadste niet: als het echt nodig is krijgt hij meestal zonder problemen toestemming om even thuis zijn zaken waar te nemen.

Het werkt of het werkt niet
Zoals Lorenzo’s perfectionisme op zijn werk leidt tot de productie van software die jaar na jaar verfijnder en krachtiger wordt dankzij zijn voortdurende verbeteringen, zo is hij ook in het wijnmaken nooit tevreden. ‘Je houdt nooit op erbij te leren,’ zegt Lorenzo, ‘jaar na jaar leer je nieuwe technieken, probeer je nieuwe dingen uit. Ik ben niet zo iemand die een recept uitvoert en tevreden is als hij het precies volgens de instructies heeft gedaan. Het gaat mij om het optimale resultaat, en waar nodig pas ik daarvoor mijn werkwijze aan.’
Voor Lorenzo zijn er maar twee mogelijke oplossingen voor elk technisch probleem: of het werkt goed, of niet. Heel binair, daar tussenin ligt niets. En er is altijd een manier te vinden om het goed te laten werken, als je de zaken maar goed genoeg doordenkt.
Daardoor blijft zijn wijn jaar na jaar beter worden, elke jaargang is een andere, en hopelijk een betere. Dat heeft natuurlijk ook veel te maken met de grilligheid van de seizoenen, geen jaar is hetzelfde. Zo was 2011 een nat jaar dat Lorenzo niet weinig kopzorgen gaf om de kleur op peil te houden. 2013 was droog en leverde problemen met de zuurgraad op.
Na 10 jaar wijnmaken krijgt La Cavaliera nu regelmatige eervolle vermeldingen in de wijnpers, als meest recente voorbeeld vier glazen in de Guida Espresso 2015, die in Italië als toonaangevend geldt. De dieprode, bijna purperen kleur met violette sprankeling, geraffineerde geur met elementen van kersen, rood fruit, en elegante kruiden worden uitgebreid geprezen. Droog maar zacht in de mond met een delicate zuurgraad, ideaal ook bij tortellini in brodo, de fijn gevouwen ‘navel van Venus’-pasta met een kleine kern van varkensvlees.

Waarom heeft Lorenzo voor een biologische productiemethode gekozen? Lorenzo voelt een innerlijke drang om voor natuurlijke producten te kiezen en zoveel mogelijk de natuur zijn werk te laten doen. Misschien dat het een familietrekje is: ook zijn vader liet de natuur voor zover als mogelijk begaan in zijn boomgaarden en greep alleen dan in wanneer het strikt noodzakelijk was. ‘Eerst goed kijken, observeren, daar gaat het om’. Zeker niet omdat het een modefenomeen is – de Italiaanse consument staat wantrouwend tegenover biologische wijn, vermoedt dat de biologische methode misschien wel gezonder en natuurvriendelijker maar zeker niet dezelfde smaakvoldoening kan geven. Het heeft daarom ook weinig effect op zijn verkoopprijzen, die zijn concurrerend met gewone wijnen uit de streek, ondanks het feit dat er aanzienlijk meer manuren in gestoken moet worden. Daar ligt een mooie roeping, om de Italiaanse consument te laten begrijpen dat een biologische wijn in veel opzichten een fantastisch product kan opleveren.
Lorenzo is onder de indruk van de Amerikaanse benadering in de normen voor de biologische landbouw. Om een wijn hier ‘organic’ te mogen noemen mogen er echt alleen maar druiven in en mag er dus geen enkele toevoeging in verwerkt zijn. De amerikaanse consument is daar ook verder in dan de gemiddelde Italiaan, volgens Lorenzo.

Een voorbeeld van zijn natuurlijke methode noemt hij het niet filtreren: in plaats daarvan wordt zijn wijn tweemaal per maand van het ene vat naar het andere overgeheveld om op deze wijze in de loop van een half jaar al het bezinksel te verwijderen. Moeizaam en bewerkelijk, maar wel met als resultaat dat de primaire smaak- en geureigenschappen volledig behouden blijven.
Tijd voor marketingactiviteiten heeft Lorenzo niet. De wijn wordt verkocht aan wie er om komt vragen. Mond-tot-mond reclame en toevallige voorbijgangers. Wel tijd voor meer technische snufjes. Het volgende project is een takelsysteem om de roestvrijstalen vaten verticaal boven elkaar te kunnen plaatsen waardoor de overheveling volledig zonder pomp kan plaatsvinden.

Lorenzo vertelt graag over zijn werk en zijn wijn. Na een lang en levendig gesprek komt Elena Lorenzo op zijn verantwoordelijkheden wijzen. Er is werk aan de winkel, het eten staat al op het vuur en de ganzen moeten nog gevoerd worden. Geen tijd meer voor praatjes. Ik wordt uitgenodigd om mee te eten aan de familietafel maar heb ook mijn eigen vrouw die op me wacht, dat houd ik dus nog tegoed. Ondertussen is het echt donker geworden, een bleke oktobermaan staat laag aan de hemel, en ik verlaat langzaam rijdend het glooiende Apennijnenlandschap, achter mij zie ik de warme lichten uit de vensters van de boerderij tussen de heuvels verdwijnen.

Thursday 12 June 2014

Maggio 2014: Bologna Foods a Kasteel de Haar


Nel mese di maggio scorso Bologna Foods ha partecipato alla fiera Italië Evenement (vedere www.italieevenement.nl) sul terreno del fantastico castello di Haarzuilen, Kasteel De Haar, vicino ad Utrecht.
Abbiamo presentato il Pignoletto Frizzante di Tizzano e il Barbera Frizzante Bonzarino ad un pubblico di decine di miglaia di olandesi interessati nella gastronomia e la cultura italiana. Le risposte erano unanimamente entusiaste: infatti ha piacevolmente sorpreso molti visitatori il gusto frizzante, raffinato ma anche beverino di questi vini dei Colli Bolognesi per ora ancora poco conosciuti in Olanda.
La fiera ha durato tre giorni ed e’ stato baciato dalla fortuna di un tempo splendido e soleggiato. Il prossimo anno ci saremo sicuramente di nuovo, chissa’ con quali altre specialita’ della nostra regione da presentare.
 www.bolognafoods.com