Sunday 7 December 2014

Bijzondere wijnmakers uit Emilia Romagna - De familie Paltrinieri: Lambrusco en filosofie


Woensdag 26 november 2014, de Povallei – rechthoekige stukken vlak land en novemberweer: heiig natte, zeegroene velden en bruingrijze bomen die uit de mist komen opdoemen.
Niets doet denken aan de poezie van een goed glas wijn, en veel doet er naar verlangen.
Twee bakstenen pilaren met een wijd openstaande gietijzeren poort aan het grintpad naar de wijnkelder en de wijngaarden. Langs het pad naast het woonhuis staan kinderspeeltjes opgesteld.
De wijnstokken staan er schijnbaar verloren bij: in de maanden na de oogst, zonder druiventrossen, wachten de planten eerst op de kille vochtige winter voordat ze weer met hun kostbare vracht kunnen gaan pronken.
Aan de andere kant van de grintweg staat de woning van de familie, een 19e eeuws landhuis van twee verdiepingen hoog met dikke muren. Beneden woont de moeder van Alberto, het jonge gezin daarboven.

In de wijnkelder


De wijnkelder is een laag, rechthoekig gebouw met kleine stalraampjes, tegenover de woning. Een grote houten, kromgetrokken staldeur geeft toegang.
De staldeur gaat moeizaam open en Barbara, een jonge vrouw met een korte gestalte, dik ingepakt in wollen trui en de muts van haar dochter Bianca, loopt me tegemoet. Ze kijkt onbevangen omhoog als ze me begroet en uitnodigt naar binnen.
Daar staan her en der flessen langs de muren, en aan de andere kant een rij grote stenen cementen containers en met daartussen ingeklemd een kantoortje.
Haar man Alberto, niet lang, gespierd, met een breed, vierkant gezicht komt er ook bij. Hij geeft een stevige hand, bukt zich ter begroeting licht naar me toe met een indringende blik. Hij heeft de woordkeus van een academicus, maar spreekt met het typische accent van deze streek.
Alberto was bezig op zijn heftruck om pallets en werkmateriaal uit te laden uit een vrachtwagen die voor de wijnkelder geparkeerd staat, muts op, behendig manoeuvrerend. Straks, voor het helemaal donker wordt, moet hij nog een aantal vaten overpompen als deel van het zuiveringsproces van de wijnen voor volgend jaar.
Ze hebben het dus druk, maar maken graag een beetje tijd vrij om over hun werk en hun wijnen te praten. En er is al zoveel gepraat de afgelopen weken, want ze hebben deelgenomen aan een serie kleine wijnbeurzen. Alberto brengt dan lange dagen buitenshuis door, terwijl Barbara zorgt voor administratie, correspondentie en een oogje op de kinderen houdt.
Ze hebben drie opgroeiende kinderen: Cecilia en Giovanni die allebei op het ‘liceo linguistico’ zitten, en Bianca, een nakomertje van vijf. De moeder van Alberto, “la nonna”, helpt mee, kookt voor de familie (haar “gnocchi fritti” zijn ongeëvenaard), en past op de kinderen.
Naast het drukke bestaan van een jong gezin en het werk dat nooit ophoudt, vinden Barbara en Alberto tijd voor een ruime vriendenkring. De grote eettafel is in het weekeinde de plaats om daar ruimte aan te bieden. Alberto heeft een open karakter en bindt zich snel aan mensen, is oprecht geinteresseerd. Hij is geen grote prater, maar zijn woorden zijn direct en gemeend. Barbara is gretig met haar woorden en met haar lach.

Landbouwkunde en filosofie
Barbara en Alberto hebben elkaar in het nabije Bologna leren kennen in hun studententijd. Barbara studeerde filosofie, Alberto landbouwkunde. Een van de leslokalen van haar faculteit lag juist boven de bar waar de landbouwstudenten gewoonlijk bijeenkwamen voor hun espresso, zodoende.
In 1997 zijn ze getrouwd. Op huwelijksreis in de Verenigde Staten konden ze niet nalaten om ook in Napa Valley langs te gaan en te zien hoe de wijnbouw hier wetenschappelijk en systematisch wordt aangepakt. De landbouw zat hun beiden al van jongs af in het bloed…

Barbara kwam in de buurt van Cesena op de wereld als oudste dochter in een boerengezin dat aardbeien, perziken en bonen verbouwde. Met twee kleinere broertjes onder haar hoede kreeg ze al jong te horen dat er aangepakt moest worden. Haar ouders, niet rijk, hadden haar toch aangemoedigd om te gaan studeren en op de middelbare had een lerares haar een voorliefde voor de filosofie bijgebracht.  Als net aangekomen studente had zij uitgekeken naar de zorgenloosheid van het studentenbestaan en was een vaste vriend het laatste waarnaar ze op zoek was. Het lot besliste anders: “Als het zo moet zijn dan moet het zo zijn: il destino”!

Alberto groeide op als de kleinzoon van Achille Paltrinieri, de dorpsapotheker van Sorbara die uit passie in het begin van de vorige eeuw een wijnkelder inrichtte en wijn begon te maken. De vader van Alberto, Gianfranco, breidde de kelder uit en installeerde grotere vaten en meer professionele instrumenten.
Voor Alberto was het na zijn afstuderen nog geen uitgemaakte zaak dat hij de wijnmakerij zou voortzetten. Eerst liep hij een jaar of twee met zijn vader Gianfranco Paltrinieri mee en stak zijn licht op bij andere wijnboeren in de omgeving, om te zien of zijn hart werkelijk hier lag. En dat lag het.
Toch was het geen gemakkelijke keuze. Wijn verbouwen is een familiezaak, dat doe je niet in je eentje. Het is een vaak eenzaam beroep, met talloze onzekerheden, dat kan je alleen doen als het hele gezin, en vooral natuurlijk je partner, mee is.
Barbara was een jaar voor Alberto afgestudeerd en had haar zinnen gezet op een loopbaan in het onderwijs. De gezamenlijke beslissing om het wijnbedrijf voort te zetten betekende een voortijdig eind aan haar plannen.
Gianfranco, een vriendelijke, zwijgzame man, toonde moed en inzicht door het roer van toen af aan helemaal aan Alberto over te laten, en droeg, tot aan zijn dood een paar jaar geleden, zijn steentje verder bij buiten in de wijngaarden, waar zijn hart lag.

Barbara heeft er geen spijt van dat ze haar loopbaan in het onderwijs heeft ingeruild voor een leven als “wijnboerin”, al is het werk soms hard en tijdrovend. Haar grootste genoegdoening is om te zien dat hun wijnen door een steeds kring van trouwe klanten worden gewaardeerd. Een groot deel van hun afzet is aan particulieren die aan huis komen om hun doosjes van zes flessen kopen, en dan vaak hun waardering niet onder stoelen of banken steken.
Hoe kijkt Barbara aan tegen de rol van de vrouw in een hedendaags landbouwbedrijf?
“Ik heb natuurlijk als kind mijn eigen moeder voor ogen gehad. Zij was een opgewekte vrouw die haar aandeel had in het gezin en in het bedrijf, meer begrepen als gelijkwaardig partner en compagnon dan als ondersteuning voor haar man.” Zo vat ze zelf ook haar aandeel op, het onderscheid tussen man en vrouw is niet relevant. De nadruk die in de media vaak wordt gegeven aan de bijzondere rol van vrouwen in zware beroepen is voor haar ook niet nodig en soms overdreven.
Het grootste deel van haar werkdag brengt Barbara in de wijnkelder door. In de oogsttijd helpt ze mee op het land, dat is het leukste werk. “Een heerlijk gevoel, als je een hele rij wijnstokken hebt afgewerkt, morgen nog drie rijen en dan is het klaar…”. Of het “kammen” van de planten in het voorjaar, waarbij de jonge scheuten allemaal in dezelfde richting worden gelegd voordat ze te sterk en hard worden, om vervolgens systematisch te kunnen worden afgeknipt. Leuk werk, in de lentezon in de velden.

Emilia en Romagna
Barbara en Alberto vertegenwoordigen ieder een gezicht van de regio Emilia Romagna waar ze gevestigd zijn. De regio bestaat eigenlijk uit twee onderscheiden gebieden ieder met een heel eigen aard en geschiedenis. Aan de ene kant Romagna, waar Barbara vandaan komt, tegen de Adriatische kust aangelegen met goed geventileerd zeeklimaat en een open, rondborstige volksaard.
Daarnaast, verder landinwaarts, het Emilia van Alberto, zo genoemd naar de oude Romeinse Via Emilia die het doorkruist, in de Povallei gelegen en tegen de Apennijnen ingeklemd. Emilia heeft een vochtig klimaat met vaak benauwde zomers, de mensen staan er van oudsher om bekend stugger en geslotener te zijn.
De twee gebieden hebben ook veel gemeen, behalve dat ze samen een regio vormen: er wordt overal hard gewerkt, de mensen zijn trots op hun producten en hun vakwerk. En niet te vergeten: goed eten en goed drinken is heilig voor iedereen…

Il Cristo
Het landgoed van de Paltrinieri’s bevindt zich in het hart van het wijngebied van de Lambrusco di Sorbara. Dit gedeelte is een klein terroir van luttele hectaren dat genoemd is naar de “Cristo”, het kruisbeeld dat er al sinds eeuwen staat opgesteld bij de ingang van de plaatselijke osteria.
De grond, ingeklemd tussen de regelmatig uit hun oevers tredende riviertjes Secchia en Panaro, is ongewoon rijk en vruchtbaar, en geeft veel smaak en mineralen door aan de druiven.
Toen begin juli 2008 een hevige hagelbui bijna 80% van de oogst vernield had, hebben Alberto en Barbara in arren moede de wijnaanplant op stukken grond buiten de Cristo gehuurd en daarna strikt volgens eigen methoden en met veel inzet de planten verzorgd en behandeld tot aan de oogsttijd. De wijn die ze ervan maakten was goed genoeg, maar haalde het niet bij wijn die ze maakten van de 20% resterende druiven van eigen grond. Een beter bewijs voor de kwaliteit van het terroir van de Cristo is moeilijk denkbaar.

Enologen
Alberto heeft zijn afstudeerscriptie gewijd aan een tweejarig experiment waarin hij groepjes druiventrossen in de lentemaanden respectievelijk voor 25%, 50% en 75% uitdunde, om te zien hoe de kwaliteit van de wijn hierdoor zou worden beinvloed.
Het resultaat bleek dat de sterkst uitgedunde trossen inderdaad rijkere druiven opleverden met veel tannines en suikers, maar de wijn die ervan werd gemaakt had geen aansluiting meer met de traditie van de lambrusco die Sorbara. In de filosofie van Paltrinieri koos men daarom voor de gulden middenweg: een fijne balans tussen traditie en vooruitgang.
Paltrinieri werkt al sinds 2008 samen met twee enologen, Attilio Pagli en Leonardo Conti, die hun geweldig hebben geholpen om hun wijnen naar een hoger plan te brengen. Vreemd genoeg had geen van beiden enige voorgaande ervaring met de Lambrusco druif. Aanvankelijk waren ze daarom ook niet geneigd om op de uitnodiging tot samenwerking in te gaan. Pas na jaren van aandringen door Alberto gingen ze overstag. Nu komen ze bijna wekelijks even langs voor controles en werkbespreking.
De resultaten zijn boven alle verwachting. De bijdrage van Attilio en Leonardo is doorslaggevend geweest om de wijnen van Paltrinieri naar de top te brengen.
Zo is onder andere de intuitie om een “Lambrusco di Sorbara metodo classico” te maken van hun afkomstig.
Maar de nieuwe ideeen komen niet van de tekentafel, ze ontstaan bijna altijd gaandeweg als ad hoc oplossingen voor problemen die zich aandienen. Vorig jaar was er een overschot van 150 hectoliter waarvoor zich de vraag stelde wat er mee te doen. Attilio zei: “Laten we eens proberen om daar een spumante van te maken…”. Dat werd de Spumante Grosso, nu een vlaggeschip van Paltrinieri.
Barbara: “We doen altijd met wat we al in huis hebben, ze hebben ons nooit voorgesteld om speciale gisten te gebruiken of zo”.
Sinds kort werkt Paltrinieri samen met een nieuwe landbouwkundige uit Toscane waarvan ze veel verwachten.

We zijn bijna aan het einde van ons gesprek, in het kantoortje naast de cementen vaten.
Het is ook hier binnen kil, en we hebben onze jassen aangehouden. Onze adem komt er in wolkjes uit.
Bianca, de jongste dochter, komt binnengelopen. In haar handje heeft ze zelfgemaakte tekeningen die ze aan haar moeder wil laten zien. “Mamma, waarom heb je mijn muts op?”, vraagt ze. Barbara, heel even in verlegenheid gebracht, antwoordt dan snel: “Omdat ik net zo mooi als jou wil worden…”.

Il sogno nel cassetto
Dan komt mijn laatste vraag: wat wensen Barbara en Alberto in de toekomst voor hun wijnmakerij? Barbara heeft het antwoord paraat: “De beste Lambrusco di Sorbara ter wereld te maken.” Dat is natuurlijk minder onoverkomelijk dan het lijkt: Lambrusco di Sorbara wordt alleen in het gebied rondom het stadje Sorbara gemaakt door enkele tientallen wijnboeren en cooperatieven, en lang niet allemaal maken ze de wijn “in purezza”, dus zonder versnijding met andere druiven. Volgens veel kenners ís Paltrinieri dus al de beste. Hun “Leclisse” bijvoorbeeld kreeg herhaaldelijk 3 “glazen” in de gids van Gambero Rosso en werd al eens uitgeroepen tot beste Italiaanse wijn qua prijs-kwaliteitverhouding.
Dat is opmerkelijk, want de betere Lambrusco vecht tegen een hardnekkig vooroordeel. De goedkope, zoetige variant zoals die sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw massaal op de internationale markten verscheen, heeft voor Lambrusco een imago opgebouwd als “non-wijn”, “rode Coca Cola”, of ook wel “pizza wine”. Daar is pas de laatste jaren, met de opkomst van een aantal serieuze etiketten waar veel know-how in gestoken is, kentering in aan het ontstaan, ook internationaal. Lambrusco vindt gemakkelijk haar plaats in een moderne levensstijl: fris, nooit overdreven duur en gematigd alcoholisch.
Maar hun wijn hoeft van Alberto niet door iedereen op dezelfde waarde te worden ingeschat. Zij steken er al hun passie en persoonlijkheid in, waardoor hun wijnen een duidelijke identiteit hebben, herkenbaar zijn als wijnen van Paltrinieri. Als hun passie er maar uit spreekt, zegt Barbara: “We hebben nooit iets gemaakt zonder passie, zelfs onze kinderen niet!”, en lacht aanstekelijk…